zaterdag 10 maart 2018

Ode aan de beste Soulband ter wereld

De loopband sleept zich langzaam naar het tempo waarop mijn hartslag maximaal is. Ik druk op play terwijl ik me afvraag wat ik in godesnaam hier, in de sportschool, ook alweer dacht te komen toevoegen aan mijn leven. De muziek start. De eerste associatie die zich opdringt is die van een muziekschool voor basisschoolkinderen.

Snare, base, hi-hat. Droog, simpel en saai. Een gitaar valt in. Ik waan me in een muziekwinkel waar iedere wannabee gitarist laat horen dat hij stairway to heaven kan spelen. De meest basale tonen in de vorm van een riff dringen door tot mijn trommelvliezen. De bas. Laag, monotoon, volgend maar dragend en met als enige holle boodschap dat dit het is. Meer zal het niet worden. Hooguit een krijsende hoge stem ligt in de lijn der verwachting.

Terwijl mijn hartslag erg snel stijgt en het tempo van de loopband als snel naar een flinke 4 km per uur klimt, hoor ik de finesse van de twee drumstokken die op het vel van de snare landen. Een fractie van een milliseconde na elkaar. Het tempo is constant en stuwend. De gitaarriff is simpel maar geniaal en met een uiterst gevoelige wiskundigheid uitgevoerd. Nadat de geluidsgolven mijn pariëtaal kwab zijn gepasseerd schieten ze als een bliksemschicht mijn limbisch systeem in en word ik een palet aan emoties gewaar.

Het is stoer, spannend, duivels en goddelijk tegelijkertijd. Een parodie op hardrock maar bloedserieus. Beelden van verlaten stadswijken en in puin vervallen industriële gebouwen dringen zich aan me op. Ik doe mijn ogen dicht en zie motorfietsen, alcohol, bloed en wapens op een televisiescherm. Ik ruik leer, urine en olie verpakt in lavendel en rozenblaadjes. Ik voel de pijn in mijn benen en proef het zweet op mijn lippen. Ik recht mijn rug, verhoog het aantal passen per seconde en voel dat ik leef terwijl mijn hartslag in het rood schiet. Ik luister daar de allerbeste soulband ter wereld: AC/DC.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten