Met een klap
beland ik op de grond. Op ooghoogte zie ik glasscherven met me mee glijden over
het asfalt. Een doffe pijn in mijn borstkas belet me adem te halen. Ik besef niet heel veel, behalve dat alles ineens anders is dan het moment daarvoor.
Regen na een
lange periode van droogte maakt dat vuiligheid uit het asfalt komt
bovendrijven. Olie en rubber maken het wegdek dan spiegelglad. Ik wilde die dag
daarom eigenlijk met het OV gaan maar de afspraak die ik had in de middle of
nowhere deed me toch besluiten de motorfiets te pakken. Ik reed extreem
voorzichtig toen het misging op een kilometer afstand van mijn woonadres. De
lichte druk die ik met mijn voorrem uitoefende op mijn voorwiel bleek net niet
licht genoeg.
Toevallig passerende
brandweermannen regelden het verkeer en verleenden eerste hulp. Omstanders assisteerden en belden 112, politieagenten zorgden dat mijn motor ‘afgetakeld’
werd en na een korte rit met de ambulance werd ik de traumakamer van het
ziekenhuis binnengereden. Infuus, electroden, röntgenfoto’s, een echo en een
algehele bodycheck. Terwijl het ziekenhuispersoneel zich stortte in een reeks aan
activiteiten, kwam aan het eindeloos piekeren over een onderwerp voor mijn
proef-column voor PUNT abrupt een eind. Dit motorongeluk zou me helpen
geselecteerd te worden als één van de nieuwe columnisten die ze zoeken!
In een fractie
van een seconde kan alles ineens anders zijn dan daarvoor. De stapel
herkansingen die ik nog moet nakijken, de achterstand in mijn mailbox, die
rot vergadering vorige week. Alles staat ineens in een ander perspectief.
Hangend
in een stoel met twee gebroken ribben, drie gekneusde vingers en een geknakt
motorrijders-ego tik ik deze column. Onder licht gekreun reik ik naar m’n kop
koffie die Renate me net bracht. Ik kijk naar Wiep en Fil die samen spelen in
de woonkamer. Dat alles nu ineens even helemaal anders is? Dat bevalt me
eigenlijk wel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten